Niet zelden komt het voor dat u als schuldeiser ogenschijnlijk met lege handen komt te staan doordat een vennootschap failleert. Niet zelden is eveneens sprake van een omstandigheid waarin de bestuurder van die vennootschap persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor voldoening van uw vordering. Als crediteur hebt u de mogelijkheid om de bestuurder van een rechtspersoon aan te spreken op grond van onrechtmatige daad indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In een uitspraak van het Gerechtshof  ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ6711, r.o.v. 4.3.2.) heeft het gerechtshof een heldere samenvatting gegeven wanneer sprake kan zijn van een aan een bestuurder persoonlijk te verwijten onrechtmatig handelen jegens een schuldeiser. Overwogen is dat hier sprake van kan zijn indien:

‘(…)

  1. i)de bestuurder in naam van de vennootschap verplichtingen is aangegaan terwijl hij weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen en geen verhaal zal bieden voor de als gevolg van die niet-nakoming door de wederpartij te lijden schade of

  2. ii)in de situatie dat de bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de door hem bestuurde vennootschap een eerder door haar aangegane overeenkomst niet nakomt en daardoor aan de wederpartij van de vennootschap schade berokkent.

In het eerste geval zal in het algemeen – behoudens door de bestuurder aan te voeren, zijn handelwijze rechtvaardigende of verontschuldigende omstandigheden – moeten worden aangenomen dat de bestuurder een zodanig verwijt treft dat hij persoonlijk jegens de wederpartij van de vennootschap aansprakelijk is op grond van onrechtmatig handelen.

In het tweede geval zal het van de concrete omstandigheden van het geval afhangen of het aan de bestuurder te maken verwijt voldoende ernstig is om hem persoonlijk aansprakelijk te houden. Bezien dient te worden of het handelen of nalaten van de betrokken bestuurder ten opzichte van de in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig was dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt (zie onder meer HR 18 februari 2000, LJN AA4873, NJ 2000, 295 {NHB/Oosterhof}en HR 8 december 2006, LJN AZ0758, NJ 2006, 659 {Ontvanger/Roelofsen}).

Van een dergelijk ernstig verwijt zal in elk geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Er kunnen zich echter ook andere omstandigheden voordoen op grond waarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden aangenomen (HR 26 juni 2009, LJN BI0468, NJ 2009, 418).

Het hof zal het handelen van [appellanten] met in achtneming van voormelde maatstaven beoordelen. Verder zal het hof daarbij in aanmerking nemen dat zich omstandigheden kunnen voordoen waarin een schuldenaar meer vrijelijk kan bepalen welke crediteuren hij wel of niet voldoet en waarin hem onrechtmatig handelen kan worden verweten indien hij bewust een of meer crediteuren op basis van subjectieve criteria achterstelt bij andere crediteuren (HR 12 juni 1998, LJN ZC2669, NJ 1998, 727 {Coral/Stalt}).’

Vragen? Bel geheel vrijblijvend een van de advocaten van kantoor: 035 588 5335 of mail: info@sdga.nl.

© 2014, mr J.P.H.C. Swarts. Alle rechten voorbehouden. Voornoemde informatie is uitsluitend bedoeld als algemene informatie, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. De auteur is niet aansprakelijk voor schade welke kan ontstaan als gevolg van onjuiste of incomplete informatie.